Juichen voor Robots
In juli vond in Zwitserland het Europees Kampioenschap voetbal voor vrouwen plaats. Tegelijkertijd werd in Brazilië de Robocup 2025 gespeeld, waar studententeams uit de hele wereld met hun zelfgebouwde robots streden in verschillende categorieën, waaronder voetbal. Ook in China rolden de ballen tijdens een toernooi voor mensachtige robots, humanoïds. Het EK voetbal kon ik live volgen op tv: ik juichte toen Nederland scoorde en baalde toen ze verloren. Maar ik vraag me af: kun je zulke emoties ook voelen bij wedstrijden tussen robots?
Als je kijkt naar de intenties van de bouwers van voetballende robots, lijkt publiek vermaken niet het belangrijkste doel. Natuurlijk draait een toernooi om winnen, maar bij de Robocup gaat het verder dan dat. Het grote streven is dat er in 2050 een humanoïd team de regerend wereldkampioen verslaat. Net zo belangrijk is dat alle ontwikkelde techniek na afloop wordt gedeeld, zodat anderen ermee verder kunnen, ook buiten het voetbal. Heel anders dan bij mensenvoetbal, waar je je (winnende) technieken juist zo lang mogelijk geheimhoudt.
Wat maakt kijken naar sport – mensensport bedoel ik dan – zo mooi en waarom roept het zoveel emoties op? Waarom kun je helemaal uit je dak gaan bij een overwinning, durf je van de spanning soms niet te kijken en treur je bij een nederlaag? Het heeft ermee te maken dat je je identificeert met de atleten. Je bent het zelf een beetje die wint of verliest. Dat identificeren gaat makkelijker als het team het land of de stad vertegenwoordigt waar jij ook vandaan komt. De emotie komt ook voort uit bewondering, sporters doen iets wat jij niet kunt. Je weet wat sporters ervoor moeten doen om zo goed te worden: trainen, afzien, diepgaan. Een overwinning kan daarom iets heroïsch hebben en daar zijn wij, mensen, gevoelig voor. En er is ook een sociaal aspect, het samen aanmoedigen en juichen van een atleet of team zorgt voor saamhorigheid en verbondenheid. Het is interessant om te onderzoeken of we al die emoties ook voelen bij een wedstrijd waar robots aan meedoen, en geen mensen.
Mensen juichen wel degelijk voor robots. Kijk maar naar de Robocup. Bij de finale moedigen honderden toeschouwers de robots aan en wordt er gejuicht bij een doelpunt. Al die aanmoedigingen en applaus laten de robots koud. Die doen waarvoor ze geprogrammeerd zijn. Waarom juichen we dan? Het komt misschien door antropomorfisme, onze neiging om menselijke eigenschappen toe te schrijven aan voorwerpen. Onbewust zien we de sportieve robots een beetje als levende dingen. Misschien juichen we voor de makers van de sportieve robots. Maar ik denk ook dat mensen bij sportende robots echt een favoriet kunnen hebben en daar emoties bij kunnen voelen. De mens houdt van spelen en spelletjes. En daarbij hoort winnen en verliezen. Een favoriet hebben. Ook als het robots betreft.
Maar toch. Bij het EK scoorde Miedema haar 100ste goal voor het Nederlands elftal. Eindelijk vrij van blessures sleepte ze, op de voor haar kenmerkende wijze, de bal door de defensie van de tegenstander en krulde met een prachtig schot de bal in de rechterbovenhoek. Alle fans waren blij: voor haar, dat het eindelijk lukte na al die jaren van blessureleed, en voor ons, omdat we daarmee de wedstrijd wonnen. Allemaal waren we even winnaar. Hoe indrukwekkend robotvoetbal ook wordt, ik denk niet dat een robotdoelpunt ooit dezelfde emotionele lading zal oproepen als een doelpunt van een mens. Want uiteindelijk juichen we niet voor het doelpunt, maar voor het verhaal en het gevoel erachter.
Contactgegevens Carin Jansen
Email: carin@techquilt.nl
Website: https://www.techquilt.nl/